Vernieling van een krant
Wat een misdrijf, zou je zeggen. In Zaltbommel wilde iemand aangifte doen van vernieling van zijn krant. Dat moet wel iets bijzonders geweest zijn. Welnu, ik zal het U vertellen.
Begin jaren ’70 was het nog niet zo druk bij de politie. Mensen deden ook niet zo gauw aangifte. Ze losten het onder elkaar wel op, behalve in Zaltbommel.
Op een maandagmorgen had een wachtmeester plantondienst in het oude groepsbureau bij de Waal. De bel ging en er stond een vrouw op de stoep die de politie wilde spreken. Eenmaal in de plantonkamer vroeg de wachtmeester: ”Mevrouw, wat kan ik voor u doen?” Het antwoord kwam snel: “Ik wil aangifte doen van vernieling mijn krant.” ----------- Het duurde even voor het kwartje viel. “Het gaat over het Brabants dagblad”, vulde ze aan. De wachtmeester wist zijn gezicht in de plooi te houden en zei:” Mevrouw, ongetwijfeld kunt u het verduidelijken!”
“Het gaat over het volgende”, vertelde ze, “mijn man en ik hebben een abonnement op het Brabants dagblad en dat is tot nu toe keurig elke ochtend op tijd op de deurmat gevallen. Nu moesten wij van de PTT kort geleden een groene postbus bij het tuinhek plaatsen, omdat de afstand naar onze voordeur meer dan 10 meter is. Toen die postbus er eenmaal stond, gooide de krantenjongen er ook het Brabants Dagblad in. Dat was nou net niet mijn bedoeling. Moet ik ’s morgens in peignoir naar het hek lopen om de krant uit de bus te halen. Dus heb ik op een vroege ochtend de krantenjongen opgewacht en hem dringend verzocht, de krant in de brievenbus te gooien. Maar de krantenjongen weigerde dat omdat dat niet van zijn baas mocht. Ik zei tegen hem dat de postbus van de PTT was en voor de post bestemd was. De krantenjongen weigerde. Na een paar ochtenden in de regen de krant uit de postbus halen, was ik het zat en besloot om ’s avonds de postbus er af te halen en binnen te zetten Dan moest de krantenjongen de krant wel in de bus gooien. De volgende ochtend, geen krant op de deurmat. Ik naar buiten en wat zie ik: zit de krant op de paal gespijkerd. Heeft dat kl—jong de krant met een spijker op de houten paal van de PTT-bus getimmerd. Groot gat in de krant en nou kan ik die niet goed meer lezen. Dat is vernieling en daarvan wil aangifte doen.”
De wachtmeester kon het niet meer houden en barstte in lachen uit. De mevrouw wachtte het antwoord niet af en liep boos het bureau uit. We weten niet hoe het verder is afgelopen.
Bijdrage van Teun van der Steege